Voordat ik een scène kan beschrijven moet ik de scène voelen. Ik heb gemerkt dat ik een scène het beste kan visualiseren als ik alleen ben. Geen muziek op de achtergrond, het licht een beetje gedimd.
Ik zie de ruimte waarin zij zich begeven. Ik probeer in te zoomen op de details, het is alsof ik in die ruimte kan lopen zonder dat zij mij zien. En als ik die scène heb afgespeeld, dan doe ik het nog een keer vanuit een andere hoek, en nog een keer, en nog een keer.
Daarna ga ik in het lichaam kruipen van een van de personen uit die scène. Ben ik degene die schreeuwt? Of degene die een excuus verzint terwijl iedereen weet dat het een leugen is? En uiteindelijk gaat die scène voor me leven alsof ik er echt ben geweest. Sterker nog, het voelt jaren later nog steeds aan als een herinnering die ik echt heb ervaren.
Zo heb ik ooit een keer een kort verhaal geschreven over een lesbische tienerliefde. Het was een drama. Mijn hoofdpersoon was zwaar in depressie omdat haar voormalige vriendin zichzelf van het leven had beroofd. En ze voelde zich hier schuldig over, zij was de aanleiding geweest voor die zelfmoord. En eigenlijk lag het buiten haar macht, haar vriendinnetje had zelfmoord gepleegd omdat ze de coming-out niet aandurfde.
Er is een scène die ik tientallen keren heb ervaren. Ik, als hoofdpersoon, loop naar mijn kledingkast om iets te pakken. En ineens zie ik haar truitje weer hangen. Eigenlijk zie ik het elke dag, maar om de één of andere reden doet het iets met mij vandaag. Ik pak het hangertje en ik voel mijzelf week worden. Manon. Mijn lieve Manon. Hoe graag had ik je nu vast willen pakken. Nog één keer zeggen hoeveel ik van je hou. In gedachte zie ik je pretoogjes en ik haal mijn vingers door je haar. Naar je nek, dat vond je altijd zo lekker. Ik hoor je reageren.
En ineens smijt ik het truitje op de grond. Als ik je niet had verteld wat ik voor je voelde, dan was je er nu nog geweest. Dan had ik je van afstand kunnen bewonderen en waren wij misschien gewoon vriendinnen geweest. Dan had ik jou alleen in mijn dromen kunnen aanraken, mogen zoenen, liefkozen, seks. Jezus, de tranen lopen over mijn gezicht terwijl ik dit tik. Ik voel je nog steeds tegen mij aan.
En dan ineens realiseer ik me, Manon heeft nooit bestaan. Ik heb haar verzonnen. Ik heb haar misschien wel zo goed tot leven gebracht in mijn gedachten, dat ze nu gewoon echt voelt voor mij. Ik heb nooit een lesbische relatie gehad. Maar als ik erover nadenk, dan zou ik willen dat Manon echt had bestaan.
Ongeveer een jaar geleden keek ik naar een documentaire en het ging over iemand die recent iemand was verloren. Die persoon legde uit hoe emotioneel zij was toen zij de kleding uit haar kast moest halen en de geur opsnoof van haar overleden vriend. Het eerste wat ik dacht? Manon. Dat heb ik ook gehad. En meteen daarna, hmm… dat was in mijn fantasie.
Wat ik hiermee wil omschrijven is dat een scène echt voor mij leeft voordat ik die scene kan beschrijven. Ik voel het, ik ben er.
Als ik mijn boek ooit af heb, en ja, dat moet er echt van komen, dan lezen jullie een boek. Ik lees een biografie en een levensverhaal. Fictie wordt realiteit, want ik was erbij. Ik ben niet gek. Of misschien een beetje.
En aan Manon, ik geloof niet zo in het hiernamaals, maar mocht je dit op wat voor manier dan ook lezen… waarom? Waarom konden wij dit niet bespreken? Ik dacht dat wij alles konden delen. Je weet toch… ik had alles voor je gedaan. Samen weggaan, vluchten.
Ik hou van jou!
Mooi geschreven.
Probeer ik ook te doen als ik herinneringen ophaal uit mijn jeugd en er dan korte verhaaltjes van maak.